Begaafdheidsonderzoek
Het onderzoek
Kinderen en volwassenen bij wie er een vermoeden is van hoogbegaafdheid worden bij ons aangemeld voor een begaafdheidsonderzoek. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in hun ontwikkelings- en onderwijsbehoeften. Een hoog IQ an sich zegt namelijk vaak maar weinig over wat iemand nodig heeft. Bij dit onderzoek kijken we daarom naar veel meer dan alleen het IQ; het gaat om het hele plaatje. We onderzoeken waar het zichtbare gedrag en bepaalde gevoelens vandaan zouden kunnen komen, zodat we weten welke interventies er ingezet kunnen worden om (weer) tot bloei te komen.
Dit onderzoek wordt afgenomen door een van onze orthopedagogen of psychologen. Zij zijn gespecialiseerd in het afnemen van deze onderzoeken bij (vermoedelijk) hoogbegaafden.

De inhoud
Het model van Duran wordt gebruikt als leidraad voor ons begaafdheidsonderzoek bij jeugd en volwassenen. In dit model staan de hoofd- en hartkenmerken van hoogbegaafdheid centraal. Met betrekking tot de hoofdkenmerken wordt het intelligentieniveau onderzocht en wordt gekeken naar het creatief denkvermogen van het kind. De hartkenmerken kunnen worden gezien als de persoonskenmerken van hoogbegaafdheid. Ook deze worden in het onderzoek meegenomen. Daarnaast wordt er in het onderzoek gekeken welke interne en externe factoren mogelijk van invloed zijn op de prestaties en het welbevinden van het kind. Hierdoor wordt inzicht verkregen in de ondersteunings- en begeleidingsbehoeften het kind.
Intelligentie
We kunnen de volgende intelligentietesten aanbieden als onderdeel van het begaafdheidsonderzoek:
- KIQT+ (test voor vermoedelijk (hoog)begaafde kinderen)
- WISC-V
- IDS-2
- WPPSI-IV
- RAKIT-2
Op basis van de hulpvraag, en de kenmerken en leeftijd van het kind kiest de orthopedagoog of psycholoog een passende test. Doordat we meerdere testen in huis hebben, kunnen we gemakkelijk overschakelen naar een andere test, als in de praktijk blijkt dat dit toch beter aansluit bij het kind.
We testen bij voorkeur vanaf een leeftijd van 6 jaar.
Klaar voor een begaafdheidsonderzoek?
Hoe gaat het in zijn werk?
- Bij de aanmelding luisteren we naar de hulpvraag en adviseren we welke vorm(en) van diagnostiek passend zijn. Soms adviseren we (nog) geen onderzoek te doen, omdat begeleiding beter past of eerst nodig is.
- Het begaafdheidsonderzoek wordt in twee momenten opgesplitst. Het eerste moment staat in het teken van kennismaken en inzicht krijgen in de persoonlijkheidskenmerken en het welzijn van het kind, onder andere door de afname van het Wereldspel. Ook wordt er een start gemaakt met het intelligentieonderzoek. Het tweede moment staat het intelligentieonderzoek centraal. Door het onderzoek in tweeën te delen, zien we dat kinderen veel rustiger zijn gedurende het onderzoek, er minder last is van faalangst en wij beter zicht hebben op de signalen van onderpresteren, doordat we het kind al eerder gezien hebben. De relatie met het kind is heel belangrijk voor ons. Dat betekent dat we ook ruimte maken voor spel, beweging en gesprekjes tussendoor.
- Na afloop wordt alle verzamelde informatie verwerkt in een verslag met uitgebreide handelingsadviezen. Ook in het verslag hanteren we het model van Duran als uitgangspunt. Hierdoor ontstaat er een compleet en gebalanceerd beeld.
- Na ontvangst van het verslag wordt er een (telefonische) afspraak ingepland om de bevindingen van het onderzoek met ouders te bespreken. Ook bieden we de mogelijkheid om het onderzoek op school toe te lichten (hieraan zijn wel extra kosten verbonden).
Misdiagnoses voorkomen
In onze praktijk ‘labelen’ we kinderen niet met DSM-V diagnoses zoals bijvoorbeeld ADHD of ASS. Hier kiezen we bewust voor, omdat kinderen die niet goed in hun vel zitten soms gedrag laten zien dat lijkt op bepaalde stoornissen. De oorzaak van dit gedrag kan te maken hebben met een mismatch met de omgeving, een gebrek aan passend onderwijs of gebrek aan begrip en aandacht voor de hoogbegaafdheid. Ook kan er sprake zijn van trauma of hechtingsproblematiek.
Het beeld kan vertekend zijn door de situatie waar het kind zich in bevindt. Het risico op misdiagnoses is dan groot. We zijn dus voorzichtig in het trekken van conclusies op basis van één onderzoek. Na het begaafdheidsonderzoek bekijken we in het vervolgtraject wat een kind nodig heeft en gaan daarmee aan de slag. In gevallen waarbij interventies binnen het hele systeem rondom het kind niet tot verandering leiden, veranderingen die je normaal gesproken zou verwachten, is een doorverwijzing naar een partij die DSM-V diagnoses stelt soms nodig. Afhankelijk van de situatie zullen we de zorg overdragen of samen met een andere hulpverlener de zorg voortzetten.
De volledige breedte
Diagnostiek
Begaafdheids-onderzoek
Diagnostiek
Didactisch
onderzoek
In veel gevallen combineren wij het begaafdheidsonderzoek met het didactisch onderzoek.

Onderzoek bij kinderen tussen de 3 en 5 jaar
Bij jonge kinderen zijn we extra alert op de manier waarop we onderzoek doen. Hier is maatwerk nodig, omdat de asynchroniciteit in de ontwikkeling vaak erg groot is. Daarom zal er bij aanvraag voor onderzoek bij kinderen tussen de 3 en 5 jaar altijd eerst een intakegesprek plaatsvinden.
Afhankelijk van de mogelijkheden van jouw kind bekijken we of er onderzoek nodig is en zo ja, welke manier van onderzoeken het best aansluit. In veel gevallen zullen we adviseren te wachten met een onderzoek of enkel een signalering van een ontwikkelingsvoorsprong te doen.
AANVULLENDE OPTIE
Executief onderzoek
Executieve vaardigheden zijn tegenwoordig een hot item. Maar worden observaties over het executief functioneren bij hoogbegaafden wel altijd goed geïnterpreteerd? Wij zien regelmatig van niet.