Autonomie vs verbinding: De balans tussen vechten voor je gelijk en je inleven in de ander?

Hanneke Reitsma

Hoogbegaafde kinderen staan bekend om hun sterke behoefte aan autonomie. Ze hebben vaak een sterk rechtvaardigheidsgevoel, een uitgesproken mening en zijn niet bang om die te verdedigen – zelfs als dat betekent dat ze tegen de stroom in moeten gaan. Tegelijkertijd verlangen ze, net als ieder ander, naar verbinding en begrip. Voor ouders en leerkrachten brengt dit een uitdagende vraag met zich mee: hoe vind je een gezonde balans tussen deze twee? Hoe geef je ruimte aan hun behoefte aan autonomie, zonder de essentiële verbinding met anderen te verliezen?

Autonomie wordt vaak geassocieerd met zelluf doen en vrijheid, maar betekent dit dat een kind alles zelf moet kunnen bepalen? En wat doet die focus op autonomie met de relatie tussen ouder en kind? Opkomen voor je eigen ruimte kan waardevol zijn; het helpt kinderen ontdekken wie ze zijn en waar ze voor staan. Maar als dit leidt tot eindeloze conflicten of afstand, dreigen we iets essentieels te verliezen: de verbinding.

In dit artikel gaan we dieper in op het spanningsveld van autonomie en verbinding. Wat betekent autonomie écht voor hoogbegaafde kinderen? Hoe interpreteer jij als opvoeder deze behoefte, en sluit dat aan bij wat je kind werkelijk nodig heeft?

Autonomie, wat is dat eigenlijk?

Autonomie gaat over zichtbaar zijn in wie je bent. Het gaat om het vermogen om als individu bewust, zelfstandig en met innerlijke vrijheid te kunnen handelen, los van externe invloed of druk. Sterk kunnen staan in je autonomie vraagt om het ontwikkelen van zelfbewustzijn en het ontdekken van je eigenheid (zodat je authentiek kan zijn). Dan kan je eigen keuzes maken op basis van persoonlijke waarden en behoeften in plaats van op basis van patronen en verwachtingen die van buitenaf worden opgelegd.

Vechten voor gelijk en gezien worden – Wat mag het kosten?

Hoogbegaafde kinderen kunnen fel zijn in hun opvattingen. Hun analytisch vermogen en kritische ingesteldheid maakt hen scherp en ze doorzien vaak snel wanneer iets niet klopt of onrechtvaardig voelt. Voor hen is vechten voor hun eigen waarheid vaak een kwestie van overleven; het is een manier om hun waarden te beschermen en trouw te blijven aan zichzelf. Zo vechten ze ervoor om gezien en erkend te worden. Het ene kind durft dit alleen thuis, het andere kind doet dat overal.

Als ouder wil je natuurlijk dat je kind in zichzelf gelooft en leert om voor zichzelf op te komen. Maar het is ook goed om je af te vragen: wat mag het kosten als het zich uit in voortdurend vechten? Gaat de drang naar autonomie ten koste van relaties of van rust in het gezin? Het is een uitdaging om die grens te bewaken.

Je zou kunnen zeggen dat autonomie een gezonde mate van ‘vechten’ vraagt – zolang het doel is om trouw te blijven aan jezelf. Het is daarnaast goed om je te realiseren dat het een illusie is te denken dat autonomie gaat over het ‘denken te weten’ en daaraan vast te houden. Of over het vechten voor je eigen waarheid en gezien willen worden.

Als volwassenen vinden we dat zelfs nog moeilijk. In het vechten om gelijk te krijgen en gezien te worden, verliezen we vaak de verbinding. Ook die met onszelf. Ons hart is dan gesloten, waardoor we niet meer zichtbaar, voelbaar en ‘aanraakbaar’ zijn. Het vraagt dus veel van jou als ouder om hierin een gezond voorbeeld te zijn voor jouw kind. Lees via deze link meer over hoe je als volwassene op een gezonde manier kan gaan staan in je autonomie.

Balans vinden tussen autonomie en verbinding

Om je kind te laten groeien in autonomie moet je als ouder vaak even een stapje terugdoen, zelfs als je het ergens niet mee eens bent. Daarmee laat je zien dat je de eigenheid van je kind ziet en respecteert. Hoe ouder je kind wordt, hoe meer je naar achter moet stappen. Andere momenten zul je merken dat er juist behoefte is aan duidelijkheid en grenzen.

“Verbinding betekent niet dat je altijd toegeeft, maar wel dat je oprecht luistert.

In plaats van enkel het gedrag van je kind te corrigeren – zoals wanneer hij of zij boos wordt omdat iets “oneerlijk” voelt – kun je proberen om samen te onderzoeken wat eronder ligt en daar erkenning voor geven.

En autonomie aan de andere kant is niet hetzelfde is als “altijd je zin krijgen” of “alles mogen bepalen”. Want daarmee maak je de autonomie van een kind te groot. Er ontbreekt dan de essentiële afstemming met de omgeving. Daarnaast leg je een grote verantwoordelijkheid op de schouders van je kind. Je kind kan dan namelijk gaan geloven dat het alles zelf moet doen. Je leert dan onbewust dat hij daarvoor moet vechten. Juist in dat vechten verliest je kind de verbinding met zichzelf en de omgeving. Vechten is namelijk heel hard werken en gaat gepaard met veel emoties. Hulpvragen wordt dan alleen maar moeilijker. Autonomie gaat eigenlijk veel meer over het leren over jezelf, je behoeften, je emoties. Daarnaast over het leren om daar gedurende je leven woorden aan te geven en je acties op aan te passen. Als ouder heb je hierin een belangrijke rol en voorbeeldfunctie. Je kind leert hierin van jou door naar je te kijken hoe jij dat dóet, niet door jouw uitleg over hoe het zou moeten.

Gelukkig hoeft gezond vechten om je eigen ruimte in te nemen de verbinding niet uit te sluiten. Zolang er tijdens dat vechten afstemming kan zijn met de ander. Het gaat om nieuwsgierigheid en openstaan voor elkaars perspectieven, ook als je het niet met elkaar eens bent. Het is geven en nemen. Een uitdagende balans.

En gewoon omdat lijstjes met tips en tricks altijd handig zijn, bij deze een opsomming voor jou als ouder:

Tips voor ouders van hoogbegaafde kinderen

1. Bied ruimte voor autonomie, maar zet ook duidelijke kaders ofwel: ‘Eerst connectie, dan correctie!’

Geef je kind ruimte om zijn of haar eigen mening te vormen en behoeften te uiten (connectie), maar wees ook helder over de grenzen en kaders die jij stelt als ouder (correctie). Je kan bijvoorbeeld heel goed luisteren en toch anders handelen dan jouw kind zou willen. Hoe duidelijker je daarover bent, hoe korter de fase van weerstand zal zijn.

2. Luister naar wat achter het gedrag zit

Vaak is er een diepe reden waarom een kind ergens voor wil vechten. Probeer daar samen naar te kijken en vraag door op een liefdevolle manier.

3. Erken het belang van vechten, maar ook van afstemmen met je omgeving

Het is gezond om een eigen stem te hebben, maar maak ook duidelijk dat relaties vaak een middenweg vragen. Je hebt elkaar immers nodig in het leven. Het helpt om samen woorden te geven aan ieders gevoelens en daaraan gelinkte behoeften. Het leren herkennen van je eigen gevoelens en behoeften, maar ook die van anderen leren zien en begrijpen helpt om je eigenheid te behouden, maar ook om in verbinding te blijven.

4. Wees een rolmodel

Laat zien hoe jij als ouder je eigen grenzen bewaakt, terwijl je toch open blijft staan voor anderen. Jij bent een voorbeeld voor je kind in hoe je zowel autonoom als in verbinding kunt leven. Als jij voorleeft hoe jij op allerlei plekken in je leven vooral aan het vechten bent, leert jouw kind dat dit de voornaamste manier is om te overleven. Andersom wanneer jij als ouder je telkens zo goed kan inleven in anderen en daardoor niet kan of wil vechten, laat je aan je kind zien dat mensen jouw autonomie niet hoeven te respecteren. Immers respecteer je die zelf niet eens.

In een wereld die soms verdeeld lijkt te zijn tussen “ik” en “wij”, is het onze taak om kinderen te leren en voor te leven dat beide kanten waardevol zijn. Hoogbegaafde kinderen zullen die zoektocht wellicht extra intens beleven, maar met jouw geduld en begrip kunnen ze leren dat ze zichzelf mogen zijn – in verbinding met de mensen om hen heen.

Consultaties

Twijfel jij of er sprake is van hoogbegaafdheid en wil graag weten hoe hiermee om te gaan? Schakel ons in voor een schoolconsultatie.